Mijn schoonouders hadden een zeilboot (platbodem) in Oostvoorne liggen. Ze gingen hier regelmatig naar toe en genoten aan boord. Mijn schoonvader ging ook vaak alleen, om te klussen, wat te rommelen en te genieten. Zeilen deden ze al jaren niet meer, dat was toch wat lastig. Als gezin hebben we de boot een aantal keren als uitvalsbasis voor een vakantie gebruikt. Een klein huisje op het water. Maar varen gingen we er niet mee.
Na het overlijden van mijn schoonouders was de vraag: wat nu met de boot? Een plek met zoveel herinneringen, ook voor de zoons. Ze zagen de boot gebouwd worden, hielpen mee klussen (of niet) en vierden er vakanties. Op de boot zelf herinneringen aan de ouders: de kussens die mijn schoonmoeder maakte, haar houtsnijwerk in de kuip, alle uren van schuren en onderhoud van mijn schoonvader.
Hoe dan ook moest er onderhoud aan de boot gepleegd worden en samen gingen de broers aan de slag. Een hele klus, met als doel: de boot weer in het water en er zelf ook mee gaan zeilen. Dat heeft heel wat uren van samen schuren, lakken, repareren, nog een keer schuren en nog ergens een likje verf aanbrengen, gekost. Mijn aandeel was de wimpel vastnaaien en een kussen repareren...
Vorige week ging de boot weer het water in, bleef drijven, de motor sloeg direct weer aan en er kan dus gevaren worden! Nog wel op de motor, de zeilen weer bevestigen volgt komende week. Deze vakantiedag was het oefendag voor het in- en uit de haven varen. Mijn zwager is een ervaren zeiler , dus een dagje met instructies.
Terwijl mijn mannen instructies kregen (let op de wind, andere boten, pak de bolder vast, vergeet de boeien niet binnen te halen etc), zat ik heerlijk te breien. Ik hoorde de instructies aan, niet met de intentie ze ook zelf uit te voeren. Wat was het heerlijk het water: was het in de jachthaven heet in de zon, op het open water van het Oostvoornse Meer was het precies goed. Een stralende vakantiedag.
Deze keer bleven we op het Oostvoornse Meer, maar ik leerde dat je ook naar Brielle kunt varen en verder. Verder moeten we de verkeersregels op het water leren: wie heeft er wanneer voorrang? De maat van het schip? Of je zeilt of op de motor vaart? Staal of polyester? We zien tonnen met kleuren en vormen. Rood en groen, een gele boei bij de zeilschool.
Herinneringen aan vroeger komen boven van toen ik ging zeilen met mijn vader in Friesland. Daar moesten we dan ook de waterkaart lezen: hoe diep is dit meer? hoe hoog is de brug: kunnen we daar wel onderdoor? Hoe laat is de sluis open?
Nadat we waren omgekeerd weer richting haven, kreeg ik het roer. Even geen breinaalden, maar een boot. In geen honderd jaar gedaan, maar al snel voel ik wat de boot doet en wat de invloed is van de wind. Gelukkig is het absoluut niet druk op het water en hoef ik met niet zo bezig te houden met zeilers die voorlangs willen kruisen of de golfslag van een speedboot.
We komen steeds dichter bij de haven en de mannen maken geen aanstalten om het roer over te nemen. Uhm....blijkbaar hebben ze veel vertrouwen in mij en dus doe ik net alsof ik het kan (ik heb natuurlijk wel geluisterd tijdens het breien) en lukt het om de boot weer in zijn box te varen.
Rozig en voldaan rijden we weer naar huis en brei ik weer verder aan de deken. Een paar beslissingen nemen over de rand: ben ik er al of moet ik nog verder? Dat is met een quilt toch een stuk makkelijker: je legt de lap er even naast en kunt beslissen over kleur en breedte. Dat gaat dus niet met dit breiwerk. Maar ik ben er uit gekomen na mijn vragen/ideeën op tafel te hebben gelegd. Soms is een luisterend oor al voldoende om een beslissing te kunnen nemen.
Groet, Françoise