Sunday, February 20, 2022

Zwart en bruin

 In mijn boek over Kleur gaat het tweede hoofdstuk over zwart en bruin. Aangezien ik mij heb voorgenomen de volgorde van het boek aan te houden bij deze draad over kleur, zijn nu twee niet-favorieten aan de beurt: zwart en bruin. Ik vind het geen fijne kleuren om mee te werken in textiele werken, weinig bruine lapjes in mijn collectie en zwart zal ik zeker links laten liggen. In mijn kledingkast heeft lange tijd één zwarte outfit gehangen en die droeg ik alleen met kooruitvoeringen: verplichte kost.


Anderen zag ik wel zwart gebruiken en dragen en kon dat best waarderen, maar voor mijzelf? Dat was en is nog steeds een uitdaging. Een tijdje heb ik veel zwart en grijs gedragen: heel praktisch en zakelijk, maar nu ga ik toch echt weer voor wat meer kleur in mijn garderobe. En bruin? Dat kan in combinatie met fellere kleuren zeker wel.

Als ik in mijn huis kijk is er natuurlijk wel zwart te bekennen: een tiener met veel zwarte kleding, alhoewel er ook wel wat felle shirts in zijn kast te vinden zijn en daarnaast zijn veel apparaten zwart: de beeldschermen, mijn laptop, toetsenbord en muis...Die zijn echter niet fotogeniek, dus nog maar even verder gezocht naar wat garens en lapjes. Mijn grenzen of het gebied van kleurgebruik zoek ik ook vaak op. Zo maakte ik een hartjesquilt met als ondergrond zwart (met een heel klein beetje rood) en combineer ik de bruinen die ik heb met andere resten in de Splendid Sampler.

Bij het lezen over zwart kwam ik natuurlijk mooie verhalen tegen en het ging vooral over de kostbare stof grafiet, dat gebruikt wordt voor het fabriceren van potloden (en begint daar vaak niet elk ontwerp). Mijnwerkers werden na een werkdag gefouilleerd of ze geen grafiet op hun lijf verborgen hadden en de vindplaats in Engeland werd goed geheimgehouden. Later vond een Fransman een goede groeve in Bogotol vlakbij de Chinese grens en de potloden met dit grafiet werden dan ook de Chinese potloden genoemd. De Amerikanen verfden hun massaal geproduceerde potloden met grafiet uit deze groeve heldergeel als symbool voor de romantiek van de Oriënt, het geel van de keizer en aanwijzing voor de vindplaats. Veel van onze gewone potloden zijn nog steeds geel.

In onze westerse cultuur staat zwart voor de dood, maar ook voor ernst. In Venetië werd in de 16e eeuw een wet uitgevaardigd dat alle gondels zwart geschilderd moesten worden: de overheid vond de bevolking te frivool worden. We zien het dragen van zwart terug in religie en in de klederdrachten. In de rouw werd kleur vervangen door zwart.

Echter heeft het dragen van zwart ook iets feestelijks gekregen: sinds de laatste kwart van de 20e eeuw wordt het veel gedragen met kerst. Het staat ook voor rijkdom (denk aan de dure maatkostuums en auto's). We zullen het dan ook verder maar niet hebben over de zwarte bladzijden van onze geschiedenis of een zwarte dag. We houden het bij de codes groen, geel en oranje, die gelden voor reisadviezen (te veel wind, te veel besmettingen, te warm, te koud).

En Bruin? bruin bestaat altijd uit de drie primaire kleuren: rood, geel en blauw. En is er daardoor in heel veel tinten, zeker als je het ook nog mengt met wat zwart of wit. Iets met niet kunnen kiezen? Keuzestress misschien? Heel veel mensen zijn blij met bruine lapjes, draadjes en dergelijke. Een veilige keuze. Ik sla deze sector meestal over, ben toch meer van de regenboog. Maar zonder het bruin van de aarde en het grijs van de lucht zou de regenboog niet zichtbaar zijn.

Wat meer kleur zou van mij wel mogen. Heb je wel eens naar de mensen op het perron gekeken of een stadion vol voetbalsupporters? De gekleurde jassen zijn op één hand te tellen, iedereen draagt zwart! Ik houd het bij kleur, zeker in de keuze voor mijn shawls, de ene keer wat meer dan de andere en zelfs met zwart.


En bruin? Dat vind ik dan wel weer heel fijn om mee te schrijven. Ik heb diverse pennen gevuld met bruine inkt met mooie namen als: Terre de feu, Gingerbread, Café des Îles, Lie de Thé en Winter spice.

Groet,

Françoise



Thursday, February 3, 2022

Handwerken of handenarbeid

Wat is eigenlijk het verschil tussen handwerk en handarbeid? Het woord werk en arbeid zijn toch eigenlijk gelijk? Toch denk ik meteen aan mijn handwerklessen voor de meisjes op de katholieke basisschool met breien en haken, terwijl de jongens in het lokaal ernaast handenarbeid hadden en er lustig op los figuurzaagden (geen idee wat ze nog meer maakten). Ook op de Vrije School waren het duidelijk verschillende vakken: op de middelbare school waren we tijdens de handwerkles bezig met hangmatten knopen, kantklossen en andere textiele werkvormen. De handarbeidles ging over beeldhouwen in hout, boetseren, boekbinden en koper slaan. Groot verschil met mijn eerdere school was dat beide vakken door iedereen werden gevolgd.

En zo belandde ik met mijn vraag in het woordenboek en zocht ik op internet naar een verklaring. In het huidige onderwijs spreekt men van handvaardigheid, waarbij vervolgens een splitsing wordt gemaakt in handwerken en handenarbeid. Bezigheden die met de hand worden verricht, tot oefening van hand en oog.

Onze vroegere handwerkles wordt ook wel beschreven als de vrouwelijke handwerken (zó niet meer van deze tijd...) en dit wordt dan weer onderverdeeld in de fraaie handwerken (borduren) en de nuttige handwerken (breien, mazen, stoppen en merken). Mijn handwerklessen waren een mix: we leerden breien, maar het stoppen van sokken of het merken van je lakens was niet meer aan de orde.

En wat is dan een ambacht? Dat is handwerk dat wordt aangeleerd om een beroep mee uit te oefenen. De hedendaagse ambachten zijn: timmerman, metselaar, bakker etc. De museale zijn die van touwslager en mandenvlechter (wil je meer zien over het werk van de touwslager, kijk dan de aflevering van binnenste buiten terug van maandag 31 januari. Een kijkje in een nog levendig bedrijf waar de touwen geslagen worden voor alle gymzalen van ons land).

Tegenwoordig ga je naar school om een ambacht te leren, maar vroeger leerde je het vak in de praktijk. Ambachtslieden met hetzelfde vak waren verenigd in een gilde en als leerling (gezel) kwam je in dienst bij een meester. Je werd meester na het afleggen van de meesterproef. Als meester kon je ook keurmeester worden en dan besliste je wie er meester werd. Gildes bestonden al in de vroege Middeleeuwen en zo werd kennis en ervaring overgedragen en gedeeld. Bepaalde bevolkingsgroepen mochten geen lid worden van een gilde en voor hen waren veel beroepen in de middenstand dus uitgesloten. Deze mensen hadden een gildeloos beroep: eenvoudiger werk of in de handel.

Een gilde behartigde de belangen van zijn leden, beschermde hen, zorgde voor kwaliteit en tegelijkertijd voor een monopoliepositie van de handel. Dit hield vaak de vooruitgang tegen, gildes waren vaak behoudend. In de stad 's-Hertogenbosch moest je zelfs lid zijn van een gilde om in de stad te mogen wonen.

bron: website barbaragildevught

Naast de ambachtsgilden had je ook de handels-of koopmansgilden en de schuttersgilden. Deze laatste was de lokale militie om hun stad of dorp te beschermen en te verdedigen (rovers, vreemde legers). Leden van de schutterij lieten zich graag portretteren, denk aan de Nachtwacht van Rembrandt... In 1901 werden de schuttersgildes opgeheven, maar in delen van het land zijn ze nog wel actief als folkloristische schutterij. Hier in Vught treden zij altijd aan bij evenementen in de gemeente. Denk hierbij aan Koningsdag, maar ook aan de 4/5 mei herdenkingen. Zij lopen voorop in de stoet en de vendeliers laten hun vendels in het rond draaien. De klassieke kleding wordt gedragen bekleed met schilden, hoe langer lid/hoger in rang, hoe meer schilden op het tenue. Het oudste gilde van Vught is St. Barbara, waarvan al akte wordt gemaakt in 1453.


En zo werd mijn vraag over het verschil tussen handwerk en handarbeid een stukje geschiedenis over fraaie handwerken, ambachten en de gildes. Ik realiseer me steeds meer dat er veel geschiedenis om ons heen is. De wegen waar ik regelmatig over loop en fiets waren er ook al in de middeleeuwen, er is gestreden en geleden door de eeuwen heen rondom Vught. En al lijken gildes oud, er zijn ook springlevende gildes. Ik ben er zelfs lid van! Wat dacht je van het Quiltersgilde? Een bloeiende vereniging waar we kennis en ervaring delen over patchwork en quilten, waar mensen elkaar ontmoeten, samen een quilt maken voor een goed doel of genieten van een quilt als kunstvorm. De fraaie en nuttige handwerken zijn met elkaar verbonden. Een quilt op bed is natuurlijk nuttig, maar mag ook fraai zijn met mooie patronen. Naast een vereniging voor het quilten heb je deze ook voor borduren en kantwerk, maar niet voor breien en haken. Iemand enig idee waarom dat kan zijn? 

Groet,

Françoise