Merry-go-round

Laat maar groeien en groeien....hoe groot zal hij worden? Hieronder de uitleg voor het tekenen van de mallen en stofhoeveelheden. Mijn quilt groeit al...en het is zo leuk om te doen!


Een eenvoudig patroon, maar reuze geschikt voor het opmaken van restjes of tijdens de vakantie een enkel lapje te kunnen kopen bij een quiltwinkel. Toch een doel, maar het hoeft niet groot te zijn!
Je hebt voor dit quiltje maar twee mallen nodig A en B. Het meest nauwkeurige is om het zelf te tekenen (ik weet niet hoe het er uit rolt als je deze pagina print!
1. Teken een vierkant van 12 x 12 cm. (neem ruitjespapier, ik gebruik altijd ruitjes van een halve cm, verkrijgbaar bij elke kantoorboekhandel)
2. Teken in het midden een vierkant van 4 x 4 cm
3. Verbind de hoeken van het kleine en grote vierkant.
4 Teken tot slot de lijnen die hiermee een kruis vormen en zo voor mal B zorgen.

Kies voor A en B een andere kleurgroep. Zo heb ik voor A allemaal witten met een werkje (puntje of zo) en voor B restjes in rood, roze en oranje. Teken van beide mallen een aantal lapjes en ga aan de slag. Zet A aan B en maak bijvoorbeeld rijen. Het eerste lapje waarmee je begint kan goed het midden van de quilt worden

Benodigd aan stof ( voor als je met nieuwe stoffen aan de slag gaat)
voor 1 m2
A: 40 cm van 110 cm breed
B: 145 cm van 110 cm breed
Je kunt dus goed met een grote bossche rol (B) aangevuld met stof voor A beginnen.
Een grote bossche rol bestaat uit 20 verschillende stoffen, ieder 10 x 110 cm